Handboek Katholieke Medische Ethiek - Hoofdstuk III

on-line editie vanaf 2019 onder redactie van dr. W.J. kardinaal Eijk, dr. L.J.M. Hendriks en prof.dr. F.J. van Ittersum

Ⓒ Katholieke Stichting Medische Ethiek 2019 - 2025

III.3.1 Preïmplantatiediagnostiek

E. Garcia Gonzalez, F.J. van Ittersum

3.1.3 Preïmplantatie genetische diagnostiek: ethische beschouwing

Vanuit katholiek perspectief zijn er een aantal ethische bezwaren voor het toepassen van PGD.
Op de eerste plaats wordt PGD altijd voorafgegaan door een IVF-procedure c.q. is het alleen mogelijk op embryo’s die tot stand zijn gebracht door een IVF-behandeling. In Hoofdstuk III.3. is uiteengezet waarom vanuit een katholiek perspectief IVF-behandeling moreel ontoelaatbaar is.

Verder moet er oog rekening gehouden worden met het feit dat de het zwangerschapspercentage na IFV, (dus de succeskans van implantatie van het embryo na de transfer naar de baarmoeder) nog laag is (ongeveer 25%). Ook al is de dood van het embryo in dat geval niet beoogd, dan blijft gelden dat men een menselijk embryo niet aan een dermate hoog risico mag bloostellen. [20Minister van Volksgezondheid Welzijn en Sport. Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 25 maart 2013, kenmerk PG/E 3158620, houdende wijziging van de Regeling preïmplantatie genetische diagnostiek in verband met het vervallen van de beperking van de exclusietest bij de ziekte van Huntington. Staatscourant, 2013, 8672, 05-04-2013.] [21A.H. Handyside. ‘Designer babies’ almost thirty years on. Reproduction. 20180613 ed., 2018, 156, 1, F75-F79, https://doi.org/10.1530/REP-18-0157.].

Afgezien van de ethische bezwaren, die samenhangen met de methode op zich, hangt de ethische beoordeling van PGD af van twee factoren:

  1. Stadium van de embryobiopsie
  2. Het doel waarmee PGD wordt verricht.
image_pdfimage_print