Inleiding
Waardig sterven blijkt een ambigu begrip. Het wordt gehanteerd als argument dat levensbeëindigend handelen ongeoorloofd is: het doelbewust bespoedigen van het levenseinde gaat in deze betekenis tegen de waardigheid van het menselijk leven in zich in en is daarom een onwaardige manier van sterven. Het begrip waardig sterven wordt evenzeer gebruikt door verdedigers van suïcide, euthanasie en levensbeëindiging zonder verzoek van de betrokkene: wanneer het leven door een ernstige ongeneeslijke aandoening is ontluisterd, dan is levensbeëindigend handelen een mogelijkheid om een waardig sterven te garanderen. Het leven zelf wordt dan onder die omstandigheden als mensonwaardig beschouwd. De patiënt een natuurlijke dood laten ondergaan zou inhouden dat men hem op onwaardige wijze laat sterven [: P. Valadier. La dignità della persona e i diritti umani. In: Gerardi R, editor. La legge morale naturale Problemi e prospettive, Roma: Lateran University Press; 2007, 113-137.].
In ieder geval is het moeilijk te spreken over waardig sterven zonder tegelijkertijd ook te spreken over waardig leven. Dit is zo, niet alleen omdat een groot aantal mensen in wat wordt gekwalificeerd als onwaardig leven een reden ziet om onder die omstandigheden euthanasie als een waardig sterven te kwalificeren, maar vooral omdat een stervende mens ook een (nog) levende mens is.