Handboek Katholieke Medische Ethiek - Hoofdstuk V

on-line editie vanaf 2019 onder redactie van dr. W.J. kardinaal Eijk, dr. L.J.M. Hendriks en prof.dr. F.J. van Ittersum

Ⓒ Katholieke Stichting Medische Ethiek 2019 - 2024

V.3.4 Enhancement: ethische beschouwing

W.J. Eijk, F. Hamburg, F.J. van Ittersum

3.4.3 Kritiek op de katholieke leer

Voorstanders van enhancement wijzen erop dat enhancement met behulp van ander middelen veelvuldig voorkomt en algemeen, deels ook door katholieke moraaltheologen, geaccepteerd is: koffiedrinken om energie te krijgen, cosmetische ingrepen tegen veroudering of eenvoudigweg om mooier te worden, het zetten van tatoeages. Middelen als methylfenidaat (ritalin) worden ook gebruikt door jongeren die niet aan ADHD (Attention-Deficit/Hyperactivity Disorder) lijden, om de concentratie en de geheugenfunctie te verbeteren. Ook wordt in de Verenigde Staten wel groeihormoon toegediend aan kinderen met een geringe, maar overigens normale lichaamslengte [18M. Kiuru and R.G. Crystal. Progress and prospects: gene therapy for performance and appearance enhancement. Gene Ther. 20080124 ed., 2008, 15, 5, 329-337, https://doi.org/10.1038/sj.gt.3303100.] [19H. Miller. Cat and mouse in regulating genetic ‘enhancement’. Nat Biotechnol, 2005, 23, 2, 171-172, https://doi.org/10.1038/nbt0205-171.]. Vooral in een prestatie- en concurrentiemaatschappij als de Westerse samenleving is het belangrijk er zo lang mogelijk jong uit te zien, te zorgen voor een goede uitstraling en zo optimaal mogelijk te presteren. Het lichaam wordt ervaren als een middel om indruk te maken op de omgeving. In Hfst V.2 is aan de hand van plastische chirurgie al uiteengezet dat men vanuit het katholieke mensbeeld kritisch moet zijn t.a.v. alle vormen van b.v. cosmetische chirurgie. Dit geldt evenzeer voor het niet-therapeutisch gebruik van b.v. methylfenidaat en groeihormoon.

Ook betogen voorstanders van enhancement wel dat cognitieve enhancement evenzeer wordt bewerkstelligd door educatie. Ook vinden zij dat de natuur van de mens altijd aan verandering onderhevig is, bijvoorbeeld al door veroudering. Zij zien daardoor geen bezwaar om mensen te verbeteren en te veranderen, dit keer niet door educatie en ervaringen in de wereld, maar door overeenkomstige effecten uit de ontwikkelingen van de biotechnologie [20British Medical Association. Boosting your brainpower: ethical aspects of cognitive enhancements. 2007.]. Tegen dit standpunt kan worden ingebracht dat het bij educatie gaat om een extrinsiek aspect van het menselijk leven, terwijl het bij de enhancement van hersenfuncties door Transcraniële Magnetische Stimulatie of hersenimplantaten gaat om iets dat intrinsiek is aan de mens.

Wellicht kunnen we betogen, aldus Kamm, dat de waarde van enhancement minder belangrijk is dan die van therapie. Maar als we iemands ‘marginale bruikbaarheid’ (marginal utility) door genetische enhancement zouden kunnen opheffen, dan zou zijn levensconditie verbeteren en is hem toch een weldaad bewezen. Wellicht is de waarde van enhancement minder dan van die van therapie. Dit neemt echter, zo concludeert Kamm, niet weg dat enhancement de moeite waard is [21F.M. Kamm. Is there a problem with enhancement? Am J Bioeth, 2005, 5, 3, 5-14, https://doi.org/10.1080/15265160590945101.].

image_pdfimage_print