2.1.2 Besluitvorming en methoden
De besluitvormingsprocedure voor een abortus heeft in Nederland enkele wijzigingen ondergaan als gevolg van politieke beslissingen. De Tweede Kamer heeft in 2022 besloten om de verplichte minimale beraadtermijn van vijf dagen voor een abortus af te schaffen. [: Tweede Kamer. Voorstel van wet van de leden Paternotte, Kuiken, Ellemeet en Tellegen tot wijziging van Wet afbreking zwangerschap in verband met het afschaffen van de verplichte minimale beraadtermijn voor de afbreking van zwangerschappen. Den Haag, 2022, 35, 10 februari 2022, 737.] De Wafz schrijft wel voor dat in een eerste consultatiegesprek alternatieven voor abortus aan de orde dienen te komen. (Art. 5, lid 2a van de Wafz) Daarnaast blijft staan dat de arts zich ervan dient te vergewissen dat ‘de vrouw haar verzoek heeft gedaan en gehandhaafd in vrijwilligheid, na zorgvuldige overweging en in het besef van haar verantwoordelijkheid voor ongeboren leven en van de gevolgen voor haarzelf en de haren’ (Art. 5, lid 2b van de Wafz).
De meest gebruikte methode voor abortus provocatus tot aan dertien weken zwangerschap is een zuigcurettage, waarbij de baarmoeder leeggezogen wordt. Daarnaast wordt voor abortus tot aan negen weken zwangerschap ook de abortuspil gebruikt. De abortuspil bestaat uit twee doses. De eerste dosis bevat mifepriston en maakt het embryo los van de baarmoederwand. De tweede dosis mifepriston, die 2-72 uur later wordt ingenomen, zorgt voor samentrekkingen van de baarmoeder, hetgeen leidt tot een abortus. Beide methodes, curettage en de abortuspil worden ook gebruikt voor een overtijdbehandeling. In 2022 heeft het Nederlandse Parlement ingestemd met de mogelijkheid dat huisartsen de abortuspil gaan verstrekken. [: Wet van 16 januari 2023 tot wijziging van de Wet afbreking zwangerschap alsmede enkele andere wetten in verband met de legale medicamenteuze afbreking van de zwangerschap via de huisarts. Staatsblad,, 2023, 43.]. Zij moeten hiervoor scholing ondergaan en aan de bovengenoemde eisen van de Wafz voldoen. Als zij van deze mogelijkheid geen gebruik wensen te maken, zijn ze verplicht in voorkomende gevallen door te verwijzen.
Een tweede trimesterabortus (tussen dertien en vierentwintig weken zwangerschap) vindt meestal plaats door middel van dilatatie en evacuatie, waarbij de baarmoedermond wordt opgerekt om de foetus instrumenteel te verwijderen. Een andere methode is het medicamenteus opwekken van de bevalling. In 2022 werd van alle abortussen 37% medicamenteus uitgevoerd; 59% betrof een combinatie van een medicamenteuze en een instrumentele behandeling; 4% werd alleen instrumenteel uitgevoerd. Tussen 1990 en 2021 schommelt het totaal aantal abortussen (inclusief overtijdbehandelingen) tussen de ca. 30.000 en 33.500 per jaar. In 2023 werden in Nederlandse klinieken en ziekenhuizen 39.332 abortussen uitgevoerd, het hoogste aantal sinds 1990. [: Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. Jaarrapportage 2023 Wet afbreking zwangerschap (Wafz). Den Haag, 2024.].