Handboek Katholieke Medische Ethiek - Hoofdstuk II

on-line editie vanaf 2019 onder redactie van dr. W.J. kardinaal Eijk, dr. L.J.M. Hendriks en prof.dr. F.J. van Ittersum

Ⓒ Katholieke Stichting Medische Ethiek 2019 - 2024

II.2.1 Abortus provocatus

W.J.A. Biemans

2.1.3 Doel

In de tweede helft van de afgelopen eeuw is abortus provocatus gelegaliseerd in de meeste Westerse landen. Beslissend voor dit legaliseringsproces waren de argumenten van de abortusbeweging: 1) zelfbeschikking voor de vrouw; 2) het vermijden van clandestiene abortussen en 3) het voorkomen van verdere vrijwillige abortussen door het verstrekken van informatie over contraceptie [11S. Leone. Nuovo dizionario di Bioetica. Rome: Città Nuova, 2004.].

Het eerste argument, zelfbeschikking voor de vrouw, gaat voorbij aan de rechten van het ongeboren kind. Inderdaad betogen diverse auteurs die pleiten voor legale abortus dat een embryo geen persoon is, omdat dit een ontwikkelde capaciteit zou veronderstellen om te redeneren, te willen, te verlangen en relaties te kunnen aangaan met anderen (vgl. Hoofdstuk I, 1.2.1) [12H.T. Engelhardt. Titel volgt. 1999.] [13R. Dworkin. Life’s Dominion: an Argument about Abortion and Euthanasia. New York/Londen: Knopf, 1993.]. In de vorige paragraaf (II.1) hebben we laten zien welke criteria zouden moeten gelden om de status van het embryo te kunnen vaststellen. Het menselijk embryo heeft vanaf het eerste begin de waardigheid die een persoon toekomt, zo stelt de instructie Dignitas Personae [14Congregatie voor de Geloofsleer. Dignitas Personae. Instructie betreffende bepaalde bio-ethische kwesties. Kerkelijke Documentatie 2009.]. Om deze reden acht de Kerk abortus provocatus moreel onaanvaardbaar.

Voorstanders van legalisering hebben vaak betoogd dat hiermee clandestiene abortussen worden vermeden en dat door voorlichting verdere abortussen kunnen worden voorkomen. Het is weliswaar zo, dat in de Westerse wereld het legaal en kosteloos aanbieden van abortus in klinieken en ziekenhuizen het aantal clandestiene praktijken heeft teruggebracht, maar het totaal aantal abortussen na legalisering is sterk toegenomen. Het abortuscijfer in Nederland, dit is het aantal abortussen per 1.000 vrouwen van 15 tot 44 jaar in Nederland woonachtig, is tussen 1990 en 2023 gestegen van 5,2 tot 10.8. [15Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. Jaarrapportage 2023 Wet afbreking zwangerschap (Wafz). Den Haag, 2024.]. Ter vergelijking: in de Verenigde Staten is het abortuscijfer tussen 2012 en 2021 met 11% gedaald, al is het nog altijd hoger dan in Nederland: 11,6. [16Centers for Disease Control and Prevention. CDCs Abortion Surveillance System. 11-12-2023 ed., 2023, www.cdc.gov/reproductivehealth/data_stats/abortion.htm.] Een mogelijk effect van de beslissing van het Amerikaanse Hooggerechtshof van juni 2022 om het grondwettelijk recht op abortus te beëindigen is hierin nog niet verdisconteerd. Deze beslissing heeft tot gevolg gehad dat in bijna de helft van de staten rechten op abortus zijn teruggedraaid. [17NPR. Supreme Court overturns Roe v. Wade, ending right to abortion upheld for decades. 11-12-2023 ed., 2023, https://www.npr.org/2022/06/24/1102305878/supreme-court-abortion-roe-v-wade-decision-overturn.]

De Nederlandse wetgever heeft getracht middels decriminalisering van abortus een zorgvuldig besluitvormingsproces voor vrouwen te garanderen, dat onder meer moet voorkomen dat de vrouw tegen haar wil en onder sociale druk van de partner of de familie besluit om tot abortus over te gaan. Toch is het zeer de vraag of de bestaande abortuspraktijk dit probleem heeft kunnen reduceren. Ruim een kwart van de vrouwen heeft voorafgaand aan de abortus te maken met een hoge mate van twijfel over het afbreken van de zwangerschap [18J. Van Ditzhuijzen. Abortus en psychische gezondheid. Een longitudinale cohortstudie naar de psychische gezondheid van vrouwen die een abortus meemaken. Utrecht, 2016.] Bovendien gaf de eerste evaluatie van de Wafz aan dat meer dan de helft van de vrouwen hun twijfels niet merken in de kliniek of het ziekenhuis [19M.R.M. Visser, A.J.G.M. Janssen, M. Enschedé, A.F.M.N. Willems, T.A.M. te Braake, K. Harmsen, E.M.A. Smets, J.C.J.M. de Haes and J.K.M. Gevers. Evaluatie Wet afbreking zwangerschap. Amsterdam: ZonMW, 2005.].

Uit recent Amerikaans retrospectief onderzoek komt naar voren dat van de vrouwen met een abortusverleden, 61% een hoge mate van druk heeft ervaren op minstens één van de volgende wijzen: druk van de mannelijke partner, van een of meer familieleden, van iemand anders, vanwege financiële omstandigheden of vanwege andere omstandigheden. Met name druk van de mannelijke partner of van een of meer familieleden wordt geassocieerd met een significante, zelf-gepercipieerde afname in de mentale gezondheidstoestand. [20D.C. Reardon and T. Longbons. Effects of Pressure to Abort on Women’s Emotional Responses and Mental Health. Cureus, 2023, 15, 1, e34456.] Dit percentage van 61% is aanzienlijk hoger dan de percentages gevonden in een eerdere metastudie naar reproductieve druk, waarbij slechts 0,1% – 4% van de ondervraagden aangaf druk van de partner te hebben ervaren om een abortus uit te voeren of uit te laten voeren. [21K.T. Grace and J.C. Anderson. Reproductive Coercion: A Systematic Review. Trauma, violence & abuse, 2018, 19, 4, 371-390.] Het verschil in deze onderzoeksresultaten zit hem waarschijnlijk onder meer in de methode van de vraagstelling en in het feit dat Reardon en Longbons hebben gevraagd naar meerdere wijzen van ervaren druk om tot abortus over te gaan.

image_pdfimage_print