De Formule van de Nederlandse artseneed opgesteld door de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst en de Vereniging van Samenwerkende Universiteiten in Nederland (2003). [: Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra, Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering van de Geneeskunst and Universiteiten van Nederland. Nederlandse Artseneed. Houten: VSNU – Drukkerij Badoux, 2003.]
‘Ik zweer/beloof dat ik de geneeskunst zo goed als ik kan zal uitoefenen ten dienste van mijn medemens. Ik zal zorgen voor zieken, gezondheid bevorderen en lijden verlichten. Ik stel het belang van de patiënt voorop en eerbiedig zijn opvattingen. Ik zal aan de patiënt geen schade doen. Ik luister en zal hem goed inlichten. Ik zal geheim houden wat mij is toevertrouwd. Ik zal de geneeskundige kennis van mijzelf en anderen bevorderen. Ik erken de grenzen van mijn mogelijkheden. Ik zal mij open en toetsbaar opstellen, en ik ken mijn verantwoordelijkheid voor de samenleving. Ik zal de beschikbaarheid en toegankelijkheid van de gezondheidszorg bevorderen. Ik maak geen misbruik van mijn medische kennis, ook niet onder druk. Ik zal zo het beroep van arts in ere houden. Zo waarlijk helpe mij God almachtig / Dat beloof ik.’