De nationale raad van de Orde der artsen heeft zijn Artseneed (oorspronkelijk de Eed van Hippocrates) in november 2021 geactualiseerd in het licht van de Verklaring van Genève, herzien en aangenomen door de World Medical Association (WMA) sinds 2017.
Nu ik toetreed tot het medisch beroep,
beloof ik dat ik mij naar mijn beste vermogen zal inzetten voor een kwaliteitsvolle geneeskunde ten dienste van de medemens en de samenleving.
Ik zal de gezondheid en het welzijn van mijn patiënt als prioriteit beschouwen.
Ik zal de personen die mijn zorg vragen correct informeren.
Ik zal de autonomie en de waardigheid van mijn patiënt eerbiedigen.
Ik zal erop toezien dat het menselijk leven optimaal geëerbiedigd wordt.
Ik zal mijn plicht ten aanzien van mijn patiënt vervullen zonder onderscheid van leeftijd, ziekte of handicap, levensbeschouwing, etnische afstamming, gender, nationaliteit, politieke overtuiging, ras, seksuele geaardheid, sociale stand of enige andere factor.
Ik zal de geheimen die mij worden toevertrouwd bewaren, ook na de dood van mijn patiënt.
Ik zal het beroep van arts plichtsbewust en waardig uitoefenen, met inachtneming van de goede medische praktijkvoering.
Ik zal mijn professoren, mijn collega’s en mijn studenten het respect en de erkenning tonen die hen toekomen.
Ik zal mij blijven bijscholen en mijn medische kennis delen in het belang van de patiënt, de grenzen van mijn mogelijkheden niet overschrijden en waar mogelijk bijdragen tot de vooruitgang van de geneeskundige kennis.
Ik zal verantwoordelijk omgaan met de middelen die de maatschappij ter beschikking stelt en ijveren voor een gezondheidszorg die toegankelijk is voor iedereen.
Ik zal toezien op mijn eigen gezondheid, mijn welzijn en de instandhouding van mijn opleiding om onberispelijke zorg te verlenen.
Ik zal mijn medische kennis niet gebruiken om de mensenrechten en de burgerlijke vrijheden te schenden, zelfs onder dwang.
Dit verklaar ik plechtig, uit vrije wil en op mijn woord van eer.