Standpunt R.K. Kerk

editie 2014 door dr. J.A. Raymakers

1.1 Inleiding en uitgangspunten

1.1.1 Ethiek

Ethiek is de wetenschap die het menselijke handelen bestudeert in zijn aspecten van moreel goed of niet goed zijn. Dat wil zeggen in zoverre die handelingen in zichzelf of door de intentie van wie ze stelt goed of kwaad zijn. Ook de omstandigheden kunnen een rol spelen bij deze beoordeling. Er zijn vele richtingen in de ethiek die het handelen als goed of niet goed beoordelen. Zij kunnen van verschillende bronnen uitgaan, zoals de natuurwet, de Openbaring, andere religieuze bronnen maar ook van doeltreffendheid, doelmatigheid, organisatie, complexiteit, utiliteit etc. Op basis van deze uitgangspunten ontstaan complexen van praktische regels en waarden die men de moraal noemt. Het is denkbaar dat men – uitgaande van zeer verschillende uitgangspunten – in een concreet geval tot een zelfde beoordeling komt. Daarom is het noodzakelijk in elke nieuwe situatie steeds opnieuw uit te gaan van de grondbeginselen.

Op deze website wordt uitgegaan van de moraal van de Rooms-Katholieke Kerk.

1.1.2 Medische ethiek

Medische ethiek is dat deel van de ethiek dat zich beperkt tot de handelingen die betrekking hebben op de biologische en psychische natuur van de mens, handelingen die tot doel hebben zijn gezondheid te verbeteren, ziekte te voorkomen en/of gunstige wijzigingen in falende levensverrichtingen tot stand te brengen.

1.1.3 De maatstaven die de Katholieke medische ethiek voor haar handelen aanlegt

De katholieke medische ethiek vindt haar maatstaven en achtergronden in de leer van de Rooms-Katholieke Kerk. Deze leer is gebaseerd op het Evangelie van Jezus Christus en de uitleg die daaraan door de traditie van de Kerk is gegeven. De Paus van Rome en de bisschoppen in gemeenschap met hem, met de ondersteuning van, in het bijzonder, de Congregatie voor de Geloofsleer zetten deze uitleg steeds voort.

1.1.4 Waar de Katholieke Kerk zich bij het formuleren van deze maatstaven op baseert

De Katholieke Kerk baseert zich bij het formuleren van maatstaven op het gebod van liefde van Christus dat alle geboden van God inhoudt en op het natuurrecht, dat berust op de natuurwet.

1.1.5 Het gebod van liefde van Christus

Dit gebod is een dubbelgebod. Het luidt: Gij zult de Heer uw God beminnen uit geheel uw hart, met geheel uw verstand en met al uw krachten en het tweede daaraan gelijk: Gij zult uw naaste beminnen als uzelf (Mt 22, 37).

1.1.6 Het natuurrecht

Het natuurrecht van de mens behelst datgene wat de mens toekomt op grond van zijn mens-zijn, d.w.z. op grond van wat de mens is. Dit recht wordt bepaald door de natuurwet, de wetmatigheid die door de Schepper in de geschapen natuur is gelegd en dus ook voor de mens geldt en door hem van nature met de rede gekend kan worden.

1.1.7 De natuurlijke morele wet of natuurwet

De natuurwet is het geheel van de meest fundamentele beginselen van de moraliteit. Ze staat geschreven in de ziel van allen en van ieder afzonderlijk. Ze is niets anders dan het licht van de rede, ons ingestort door God; door haar weten wij wat we moeten doen en wat we moeten vermijden. Ze is onveranderlijk en in haar voornaamste voorschriften verwoord in de tien geboden.

1.1.8 De natuurwet is onontkoombaar

De Kerk stelt dat de natuurwet een objectief gegeven is waaraan de mens zich niet kan onttrekken zonder onwaarachtig te zijn, omdat het de mens van nature eigen is haar te kennen.

image_pdfimage_print